“Sinds 2005 jouw online juridische hulp”

Afspiegelingsbeginsel

  • Bij ontslag om bedrijfseconomische redenen moet het afspiegelingsbeginsel worden toegepast.
  • De werkgever mag dus niet zelf kiezen wie hij wil ontslaan.
  • Controleer altijd of jij inderdaad degene bent die eruit moet.
9,5
Klanten vertellen

1295 beoordelingen

Lees voor

Gaat het financieel niet goed met het bedrijf, dan kan het zijn dat er mensen ontslag krijgen. De werkgever kan dan een ontslagvergunning voor een deel van zijn werknemers aanvragen bij het UWV. Dit heet ontslag om bedrijfseconomische redenen. In dat geval mag de werkgever niet zelf kiezen welke werknemers er ontslag krijgen. Dit bepaalt het  afspiegelingsbeginsel. Heb je het gevoel dat het niet klopt? Ga dan in verweer tegen de procedure van het UWV. 

Hoe werkt het afspiegelingsbeginsel?

Het afspiegelingsbeginsel is een verplichte methode, die bij ontslag om economische redenen wordt toegepast door de werkgever. De werkgever moet alle werknemers in dezelfde functie (of zo goed als dezelfde functie) indelen in leeftijdsgroepen. Dit zijn de volgende leeftijdsgroepen:

  • 15 jaar tot 25 jaar
  • 25 jaar tot 35 jaar
  • 35 jaar tot 45 jaar
  • 45 jaar tot 55 jaar
  • 55 jaar en ouder

Last in first out per leeftijdsgroep

Vervolgens moet de werkgever de ontslagen zo over de verschillende leeftijdsgroepen verdelen, dat de leeftijdsopbouw binnen het bedrijf ongeveer hetzelfde blijft als voor het ontslag. Binnen elke leeftijdsgroep geldt dat degene die er het laatste bij is gekomen er als eerste uit gaat.

Voorbeeld afspiegelingsbeginsel

Het hele afspiegelingsgebeuren is best ingewikkeld. Misschien dat een voorbeeld je kan helpen om hier een beter beeld van te krijgen. 

Bij een telecombedrijf werken in totaal vijftien helpdeskmedewerkers. Het gaat niet goed met het bedrijf en er moeten mensen uit. In totaal gaat het om vier medewerkers die ontslag krijgen om het bedrijf financieel gezond te houden. De werkgever moet deze medewerkers nu eerst verdelen over de vastgestelde leeftijdscategorieën. Deze verdeling ziet er zo uit.

  • 15 tot 25 jaar: 5 werknemers, percentage 33,3%
  • 25 tot 35 jaar: 5 werknemers, percentage 33,3%
  • 35 tot 45 jaar: 3 werknemers, percentage 20%
  • 45 tot 55 jaar: 2 werknemers, percentage 13,33%
  • 55 jaar en ouder: o werknemers, percentage 0%

Vervolgens moet de werkgever vaststellen hoeveel medewerkers hij per leeftijdsgroep moet ontslaan om de leeftijdsopbouw gelijk te houden. Dit kan hij doen door het percentage medewerkers per leeftijdsgroep te vermenigvuldigen met het aantal mensen die hij wil ontslaan (in dit geval vier personen). Uitkomsten van 0,5 of hoger moeten naar boven worden afgerond.

  • 15 tot 25 jaar: 5 werknemers, percentage 33,3%, aantal ontslagen 1,33, afgerond 1
  • 25 tot 35 jaar: 5 werknemers, percentage 33,3%, aantal ontslagen 1,33, afgerond 1
  • 35 tot 45 jaar: 3 werknemers, percentage 20%, aantal ontslagen 0,80, afgerond 1
  • 45 tot 55 jaar: 2 werknemers, percentage 13,33%, aantal ontslagen 0,53, afgrond 1
  • 55 jaar en ouder: o werknemers, percentage 0%, aantal ontslagen 0, afgerond 0

In dit geval krijgt er in iedere leeftijdsgroep iemand ontslag. Zo is het eerlijk verdeeld. De volgende stap voor de werkgever is om te bekijken wie er het laatste is bijgekomen. Vanaf dat moment geldt dus het “last in first out-principe”.

Wanneer hoeft het afspiegelingsbeginsel niet worden toegepast?

Het afspiegelingsbeginsel hoeft in een aantal gevallen niet te worden toegepast, namelijk als:

  • Het bedrijf gaat sluiten
  • Er een unieke functie komt te vervallen
  • Een complete functiegroep komt te vervallen

Afwijken van het afspiegelingsbeginsel

In sommige gevallen kan van het afspiegelingsbeginsel worden afgeweken.

  • Als een werknemer onmisbaar is
  • Bij een extra zwakke arbeidsmarktpositie (een minimale kans op de arbeidsmarkt);
  • Als een uitgeleende werknemer te waardevol is en niet gemist kan worden.

Flexibele arbeidskrachten

Voor het hele afspiegelingsbeginsel wordt toegepast moeten altijd eerst de flexibele krachten worden ontslagen. De eerste ontslagen vallen dus onder de uitzendkrachten, gedetacheerden en ingeleende werknemers. Hierna moeten de tijdelijke dienstverbanden worden opgezegd. Pas hierna komen de vaste werknemers aan de beurt.

Bezwaar maken tegen afspiegelingsbeginsel

De werkgever dient het ontslagverzoek met het afspiegelingsbeginsel in bij het UWV. Toch wordt hier door het UWV helaas niet altijd genoeg aandacht aan besteed. Heb jij twijfels over de toepassing van het afspiegelingsbeginsel of heb je het idee dat er fouten zijn gemaakt? Geef dit dan aan in jouw verweer bij het UWV. Het UWV zal hier dan extra op letten. 

Ben jij wel degene die eruit moet?

Lang niet alle werkgevers houden zich netjes aan dit afspiegelingsbeginsel. Het gebeurt regelmatig dat een werkgever helemaal niet naar het UWV stapt bij ontslag om bedrijfseconomische redenen, maar dat hij bepaalde werknemers een voorstel doet om met wederzijds goedvinden uit elkaar te gaan. De kans is dan groot dat jij dus officieel (via het afspiegelingsbeginsel) niet degene bent die eruit moet. Is dit inderdaad het geval, dan kan je besluiten om niet te tekenen en dus jouw baan te behouden of je kan gebruik maken van deze gunstige onderhandelingspositie door er een hogere transitievergoeding uit te slepen. 

Twijfel je of alles wel klopt of heb je hulp nodig om hier zo goed mogelijk uit te komen? Neem voor gratis juridisch advies gerust contact op met onze juridisch adviseurs. Zij helpen je graag!

Meer informatie