De coronacrisis zorgt ervoor dat werknemers die ten onrechte worden ontslagen soms een hogere billijke vergoeding krijgen toegekend door de rechter. Dit omdat het, door de coronacrisis, waarschijnlijk langer gaat duren voor zij weer een andere baan hebben gevonden. Kantonrechters in Amsterdam en Rotterdam deden al een uitspraak waarbij de effecten van corona werden meegenomen in de berekening van de billijke vergoeding. Een kantonrechter in Den Haag sluit zich hier nu ook bij aan.

Ontslag op staande voet

In dit geval ging het om een man die op staande voet werd ontslagen. Hij werkte al sinds 2016 voor zijn werkgever, maar kreeg te horen dat hij per direct werd ontslagen omdat de werknemer ‘het vertrouwen van zijn werkgever onwaardig is geworden”, aldus de werkgever. De man zou mailcontact hebben gehad met concurrenten en werd beschuldigd van het lekken van vertrouwelijke informatie. Daarnaast zou hij een contract hebben afgesloten en hier bewust ongunstige voorwaarden in hebben opgenomen.

Naar de rechter

Na alle beschuldigingen wil de werknemer niet meer bij het bedrijf blijven werken, maar stapt wel naar de rechter om aan te tonen dat het ontslag op staande voet onterecht is. Daarnaast eist hij achterstallig salaris, een transitievergoeding en een billijke vergoeding.

Effecten van coronacrisis

De rechter komt al snel tot de conclusie dat het ontslag op staande voet in dit geval geen stand houdt. Er is niet genoeg bewijs om de werknemer op staande voet te ontslaan. Daarnaast besluit de rechter dat de werkgever inderdaad het achterstallig salaris en de transitievergoeding moet betalen. Vervolgens komt de billijke vergoeding ter sprake. Deze wordt door de rechter extra hoog vastgesteld. Namelijk op €55.000 bruto.

Dat de vergoeding zo hoog is heeft te maken met het feit dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door de werknemer op valse gronden te ontslaan. Daarnaast heeft de rechter bij de berekening van de vergoeding ook rekening gehouden met de effecten van de coronacrisis op de economie. In de huidige economie zal het voor de werknemer best lastig zijn om snel een nieuwe baan te vinden. De kantonrechter schat dat hij hier zo’n 24 maanden voor nodig zal hebben. Daarom is een hogere schadevergoeding op zijn plaats.