Het is in Nederland niet toegestaan om een zwangere medewerker te ontslaan. Thuiszorgorganisatie Royaal Thuis uit Den Haag heeft dit toch gedaan. De vrouw stapte naar de rechter en die heeft bepaald dat de zorgverlener een vergoeding van €10.000 moet betalen aan de zwangere vrouw.

Achtergrond verhaal

Aan het begin van 2022 treedt een vrouw in dienst bij Royaal Thuis. Op dat moment volgt ze een opleiding tot verpleegkundige in Rotterdam en krijgt ze de kans om bij Royaal Thuis praktijkervaring op te doen. Zij en haar werkgever ondertekenen een ‘leer-werkovereenkomst’, waarin de vrouw wordt aangeduid als ‘leerling-werknemer’ en Royaal Thuis als ‘werkgever’. Deze overeenkomst loopt tot ze haar diploma behaalt, maar in ieder geval niet langer dan twee jaar. Dit betekent dat de overeenkomst uiterlijk op op 31 januari 2024 wordt ontbonden.

Van 16 maart 2022 tot 8 april 2022 is de vrouw ziek thuis vanwege het oplopen van het coronavirus. Op dat moment is ze ook al zwanger. Na haar terugkeer op 8 april wordt ze herhaaldelijk ingeroosterd om patiënten met intensieve zorg te behandelen, wat vanwege haar zwangerschap niet mogelijk is. Ze vraagt de roostermaker herhaaldelijk om andere patiënten toe te wijzen.

Ontslagbrief van Royaal Thuis

Op 26 april ontvangt de zwangere vrouw een ontslagbrief waarin Royaal Thuis stelt dat de leer-werkovereenkomst wordt beëindigd vanwege het feit dat ze haar opleiding niet binnen de contracttermijn kan voltooien. Daarnaast geven ze aan dat ze te vaak afwezig is. De thuiszorgorganisatie biedt aan haar loon door te betalen tot 1 juni 2022 om een naadloze overgang naar zwangerschapsverlof te waarborgen.

Zwangere vrouw stapt naar rechter

De verpleegster in opleiding gaat niet akkoord en stapt naar de rechter. Ze eist een vergoeding van meer dan €25.000. Volgens haar was er wel degelijk sprake  van een arbeidsovereenkomst. De overeenkomst is nu onterecht beëindigd. Royaal Thuis beweert dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst, maar van een werk-leerovereenkomst, en dat de opzegging dus terecht is.

Hoger beroep

In eerste instantie geeft de rechter Royaal Thuis gelijk. De zwangere vrouw besluit in hoger beroep te gaan. Ze wint de zaak! De rechter in Den Haag oordeelt dat er wel degelijk sprake was van een arbeidsovereenkomst. De vrouw voerde haar werk zelfstandig uit, ontving loon en mocht slechts 4 van de 24 contracturen aan onderwijs besteden. Bovendien was ze zwanger tijdens de opzegging, wat een opzegverbod met zich meebrengt. Als gevolg hiervan wordt Royaal Thuis veroordeeld tot het betalen van een vergoeding van €10.000 aan de voormalige werknemer.