“Sinds 2005 jouw online juridische hulp”
9,5
Klanten vertellen

1271 beoordelingen

Duizenden medewerkers van PostNL hebben geen recht op een doorbetaalde koffiepauze en een aantal andere extra vergoedingen, zo bepaalde de rechter. De ondernemingsraad van het postbedrijf stapte naar de rechter, maar ging met lege handen naar huis.

Niet eerlijk

De ondernemingsraad van PostNL stelde dat het niet eerlijk was dat postbezorgers op drukke dagen geen recht hebben op een betaalde koffiepauze van tien minuten. Dat terwijl andere medewerkers van het bedrijf dat recht wel hebben.

Postbode versus postbezorger

PostNL telt zo’n 2000 postbodes. Sinds 1989 hebben zij al een betaalde koffiepauze. Naast deze postbodes zijn er nog circa 18.000 postbezorgers in dienst. Van oorsprong waren dit onder andere studenten en AOW’ers die twee uur per dag de post bezorgen in eigen buurt. Maar, zo stelt de ondernemingsraad, de functies zijn in de loop der jaren naar elkaar toe gegroeid. Toch worden postbodes en postbezorgers op een andere manier beloond. “De postbodes hebben recht op een betaalde koffiepauze na 3.10 uur werken. Als ze dezelfde loop doen als een postbode, heeft een postbezorger die pauze niet. Dit is wat mij betreft een ongelijke behandeling van medewerkers. PostNL treft hiermee de laagst betaalde medewerkers. Dit is niet uit te leggen”, aldus or-voorzitter Bert Tuk in de rechtszaal.

Discussie over vergoedingen hoort bij CAO-overleg thuis

Niet alleen de betaalde koffiepauze, maar ook de vergoeding voor woon-werkverkeer werd door het Hof behandeld. De OR stelt dat er sprake is van ongelijke behandeling binnen het bedrijf. De aangevoerde feiten en omstandigheden zouden echter niet leiden tot het oordeel dat het postbedrijf niet in redelijkheid tot het bestreden besluit heeft kunnen komen. Aldus, de rechters. De situatie blijft dus zoals hij is. Er komen geen betaalde koffiepauzes.

PostNL was het niet eens met de eisen van de ondernemingsraad. De discussie over de vergoedingen zouden niet aan het medezeggenschapsopgaan staan, stelt het bedrijf, en zou moeten worden overgelaten aan CAO-overleg met de vakbonden.