“Sinds 2005 jouw online juridische hulp”

De bedoeling van de Wet Werk en Zekerheid is om het ontslagrecht sneller en goedkoper te maken. Ook wil de overheid de rechtspositie van flexwerkers versterken en meer mensen aan een baan helpen. Om dit allemaal te bereiken gaat er het komende jaar veel veranderen op het gebied van het ontslagrecht.

Wijzigingen voor flexwerkers

De eerste wijzigingen die ingaan (per 1 januari 2015) hebben betrekking op flexwerkers. Zo mag er in een tijdelijk contract van 6 maanden of minder geen proeftijd meer worden opgenomen. Ook een concurrentiebeding opnemen in een tijdelijk contract is niet meer toegestaan. Daarnaast is de werkgever straks verplicht om uiterlijk een maand voor het einde van een contract te laten weten dat dit niet wordt verlengd. Zo kom je als flexwerker niet voor verrassingen te staan. Doet de werkgever dit niet, dan is hij de werknemer een maand extra loon verschuldigd. Dit heet de aanzegtermijn.

Eerder vast contract voor werknemer

Nu is het zo dat je als werknemer na drie jaar of na vier contracten een vast contract krijgt. Per 1 juli 2015 wordt dit na een periode van twee jaar. Je bent dus eerder vast in dienst bij de werkgever.

Ontslagroute wordt aangepast

In de wet Werk en Zekerheid wordt duidelijk aangegeven waar je als werkgever moet zijn als je iemand wil ontslaan. De onderstaande routes gelden vanaf 1 juli 2015.  Ontslag via het UWV kan in het geval van bedrijfseconomische redenen en na twee jaar ziekte. Wil je werkgever je ontslaan vanwege disfunctioneren ( dit wordt ook wel ongeschiktheidsontslag genoemd) of om een verstoorde arbeidsrelatie, dan kan dit via de kantonrechter. Natuurlijk kan een werkgever er ook nog steeds voor kiezen om met wederzijds goedvinden uit elkaar te gaan. Het is dan wel belangrijk dat alle afspraken op de juiste manier in een vaststellingsovereenkomst worden opgenomen. Als je de definitieve vaststellingsovereenkomst hebt ontvangen heb je twee weken de tijd om hier op terug te komen. Dit om te voorkomen dat werknemers onder druk worden gezet om te tekenen.

Hoger beroep is mogelijk

Het is vanaf 1 juli mogelijk om in beroep te gaan tegen een uitspraak van het UWV of de kantonrechter. Ben je het niet eens met het besluit van het UWV, dan kun je terecht bij de kantonrechter. Ben je het niet eens met de kantonrechter, dan kun je naar het gerechtshof. Wil je nog een stapje hoger, dan is er nog de Hoge Raad.

Opzegtermijn en proceduretijd

Per 1 juli 2015 mag de werkgever de proceduretijd van de UWV-procedure of de kantonrechtersprocedure aftrekken van de opzegtermijn. Wel moet er altijd in ieder geval 1 maand opzegtermijn overblijven.

Transitievergoeding voor werknemers

De ontslagvergoeding zoals wij die kennen gaat per 1 juli 2015 verdwijnen. Vanaf dat moment doet de transitievergoeding zijn intrede. De transitievergoeding valt in de praktijk een stuk lager uit dan de oude vergoeding volgens de kantonrechtersformule. Iedere medewerker die twee jaar of langer in dienst is, ouder is dan 18 en meer dan 12 uur per week werkt, heeft recht op een ontslagvergoeding. De eerste tien dienstjaren heb je recht op een vergoeding van 1/3 maandsalaris per dienstjaar. Hierna heb je recht op 1/2 maandsalaris per dienstjaar. Dit tot een maximum van €77.000 euro (vanaf 1 januari 2017)  of maximaal een jaarsalaris als je jaarinkomen hoger is dan deze €77.000 euro. De transitievergoeding is bedoeld om ontslagen werknemers sneller aan een baan te helpen. Het is dan ook eigenlijk de bedoeling dat je dit bedrag besteedt aan(om)scholing of bijvoorbeeld het inschakelen van een outplacementbureau. Dit is echter niet verplicht. Fiscaal heeft dit dan echter wel wat haken en ogen.

Transitievergoeding anders voor 50-plussers

Tot 2020 bestaat er voor 50-plussers die 10 jaar of langer in dienst zijn een speciale regeling, waardoor zij een hogere ontslagvergoeding mee kunnen krijgen. In hun geval krijgen zij voor ieder dienstjaar na zijn 50ste een maand salaris mee. Dit geldt alleen als zij werkzaam zijn in een bedrijf met 25 of meer werknemers. Ook hier geldt het maximumbedrag.

MKB-regeling

Ook voor het MKB is er een speciale regeling, omdat voor kleine bedrijven het uitkeren van een hoge ontslagvergoeding nogal wat impact kan hebben. Werk je bij een bedrijf met 25 werknemers of minder en krijg je ontslag om economische redenen, dan hoeft de werkgever de dienstjaren voor 2013 niet mee te nemen. Dit alleen als de werkgever kan bewijzen dat het niet goed gaat met het bedrijf.

Lagere of hogere vergoeding

Ben je het niet eens met de vergoeding die geboden wordt, dan kun je eventueel naar de kantonrechter stappen voor een verhoging. Je moet dan wel met goede redenen komen. De werkgever moet ernstig verwijtbaar zijn. Wil de werkgever juist een verlaging van de transitievergoeding, dan kan ook dat via de kantonrechter worden verzocht. De kantonrechter kan ook besluiten dat er helemaal geen vergoeding wordt uitgekeerd. Bij ontslag met wederzijds goedvinden kun je ook samen met de werkgever onderhandelen over de vergoeding. Hierbij mogen jullie afwijken van de huidige manier van berekenen.

Geen transitievergoeding in sommige situaties

Je hebt geen recht op een transitievergoeding als je zelf ontslag neemt of wordt ontslagen op staande voet. Ook moet je ouder zijn dan 18 en 12 uur of meer per week werken om in aanmerking te komen voor een vergoeding. Is er sprake van faillissement, dan is er ook geen sprake van een vergoeding.

Na het ontslag

De WW-uitkering verandert ook per 2016. Ook de Werkloosheidswet zal worden versoberd. Zo wordt de maximale duur van de WW-uitkering vanaf 2016 afgebouwd van 38 maanden naar 24 maanden. Ook de manier van opbouw van ww-rechten wordt aangepast. In de eerste tien arbeidsjaren bouw je 1 maand ww-recht op per jaar. Na tien jaar nog maar een halve maand per arbeidsjaar. Vanaf 1 juli 2015 is na een half jaar werkloosheid alle arbeid passend.