De rechter heeft een werkgever teruggefloten nadat hij zijn werknemer heeft ontslagen. De werknemer is voor de derde keer niet op zijn werk verschenen omdat hij in de gevangenis zat. Dat was voor de werkgever aanleiding om de werknemer te ontslaan. De rechter ging hier echter niet in mee. De werknemer werkte als kraanmachinist in de haven van Rotterdam. In 2018 en in 2019 is hij een in hechtenis genomen. De man kreeg hiervoor in 2019 al een ‘allerlaatste ernstige waarschuwing’ van de werkgever.
Onprettig en bedreigend gesprek
Op 14 januari 2021 meldt de man zich ziek en op 19 januari wordt hij opgepakt. Een aantal dagen later belt zijn moeder met de werkgever en geeft door dat de man door ziekte telefonisch niet bereikbaar is. Het bedrijf probeert contact op te nemen met de man maar slaagt daar niet in. Hij krijgt het dringende verzoek contact op te nemen. Dat doet de man vervolgens op 29 januari. De man geeft toe in de cel te zitten. De HR-medewerkster die dit gesprek met de man voert, ervaart het gesprek als bijzonder onprettig en bedreigend. Daarnaast heeft de man natuurlijk ook in eerste instantie gelogen over de reden van zijn afwezigheid.
Niet beschikbaar voor bezoek bedrijfsarts
De man wordt daarop door het bedrijf op staande voet ontslagen. Vooral het feit dat het 10 dagen heeft geduurd voordat de man inlichtingen verschafte over zijn hechtenis wordt hem door het bedrijf kwalijk genomen. Hem wordt ook verweten dat hij na zijn ziekmelding niet beschikbaar is geweest om naar de bedrijfsarts te gaan. Verder geeft de werkgever aan dat het gesprek met de HR-medewerkster een reden is voor het ontslag, vanwege de onprettige benadering.
Ontslagbescherming tijdens ziekte
Bij de rechter maakt de kraanmachinist bezwaar tegen het ontslag. Het bedrijf zou hem niet mogen ontslaan tijdens ziekte en er is onvoldoende grond voor de ergste sanctie die een werkgever kan opleggen: ontslag op staande voet. De rechter gaat hierin mee. Het feit dat de man tijdens zijn dienstverband sinds 2014 drie keer heeft vastgezeten, rechtvaardigt het ontslag op staande voet niet. Ook het onprettige gesprek met de HR-medewerkster en het feit dat de man pas na 10 dagen de werkgever heeft ingelicht over zijn hechtenis, wegen niet zwaar genoeg voor het opleggen van deze zware sanctie.
Transitievergoeding
De rechter ontbindt wel de arbeidsovereenkomst van de kraanmachinist op grond van verwijtbaar handelen en een verstoorde arbeidsrelatie per 1 juli. De man heeft wel recht op een transitievergoeding van een kleine €12.500. De partijen moeten ieder hun eigen proceskosten dragen.