De WW-duur voor oudere werklozen wordt definitief gerepareerd en blijft daardoor voor ouderen maximaal drie jaar en twee maanden. Om dit rond te krijgen was alleen het akkoord van werkgevers nog nodig. Ook zij hebben nu, hetzij schoorvoetend, hun handtekening gezet.
Repareren
Het repareren van het derde WW-jaar was al jaren punt van discussie. In 2013 werden er al afspraken gemaakt over dit onderwerp. Sindsdien sleepte het overleg tussen de vakbeweging en de werkgevers zich vier jaar lang voort. Werkgevers voelden niets voor de reparatie van de WW. In april kwam minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken met een concreet plan en een duidelijke constructie waarmee de reparatie kan worden vormgegeven. Hier konden de werkgevers niet meer omheen.
Akkoord
De werkgevers besloten eindelijk akkoord te gaan, maar stellen daarbij wel een aantal voorwaarden. De eerste voorwaarde is dat zij niet willen dat deze actie een voorbeeld wordt. Dat zij hier nu mee akkoord gaan, betekent niet dat er in de toekomst bij bezuinigingen op sociale zekerheidsregelingen ook een beroep op hen gedaan kan worden. Ook willen zij dat de werkgevers hier qua bureaucratie en administratie zo min mogelijk last van hebben. Hoe minder rompslomp hoe beter. Ten slotte willen zij niet via extra looneisen gaan opdraaien voor de kosten van het extra jaar WW. De afspraak is dat werknemers dit gaan betalen.