“Sinds 2005 jouw online juridische hulp”

Wijzigingen WW voor 2006 zijn definitief

05 jul, 2006 | Algemeen
9,5
Klanten vertellen

1283 beoordelingen

Er zijn nieuwe regels op komst met betrekking tot de WW-uitkering. Er zijn twee wetsvoorstellen ingediend. De Tweede en Eerste Kamer
hebben beide wetsvoorstellen aangenomen. Onderdelen van deze
voorstellen zullen op verschillende momenten in werking treden.

Per 1 oktober 2006

  • De hoogte van de WW-uitkering wordt in alle gevallen (de
    kortdurende en de loongerelateerde uitkering) de eerste twee maanden
    75% van het loon, en daarna 70% van het loon.
  • Een werknemer die in de 36 weken voor de eerste werkloosheidsdag
    minimaal 26 weken in loondienst heeft gewerkt (wekeneis), krijgt recht
    op een loongerelateerde WW-uitkering van drie maanden. Nu is dit nog
    een uitkering ter hoogte van 70% van het minimumloon voor de duur van
    een half jaar.
  • Voor een langere uitkering moet de werknemer in minimaal vier van
    de laatste vijf kalenderjaren over minstens 52 dagen loon hebben
    ontvangen (jareneis). Voor de werknemer die aan beide eisen voldoet,
    duurt de uitkering in maanden even lang als het arbeidsverleden in
    jaren. Bijvoorbeeld achttien jaar arbeidsverleden geeft recht op
    achttien maanden WW.
  • De uitkeringsduur wordt verkort naar maximaal 38 maanden.
  • Een werknemer die op of na 1 oktober 2006 werkloos wordt en dan 50
    jaar of ouder is, kan na afloop van zijn WW-uitkering aanspraak maken
    op een uitkering ter hoogte van het sociaal minimum, maar zonder
    vermogenstoets: de IOW. Het wetsvoorstel voor de IOW wordt na de zomer
    bij de Tweede Kamer ingediend.
  • Een werknemer hoeft niet langer te protesteren tegen zijn ontslag.
    Anders dan nu wordt de WW-uitkering niet langer meer geweigerd omdat
    een werknemer met zijn ontslag instemt. Daarmee vervalt de noodzaak om
    pro forma procedures te voeren. Een werknemer die wordt ontslagen omdat
    hij zich ernstig heeft misdragen of die zelf ontslag neemt, kan nog wel
    verwijtbaar werkloos zijn.
  • Het UWV kan een werknemer in bijzondere gevallen op grond van diens persoonlijke omstandigheden tijdelijk ontheffen van de sollicitatieplicht. Dat is mogelijk als:
    • iemand in het kader van een re-integratietraject minimaal 20 uur per week vrijwilligerswerk verricht;
    • als iemand intensieve mantelzorg verricht;
    • als er een calamiteit optreedt in de gezinssituatie (bijvoorbeeld een sterfgeval of ernstige ziekte).

Per 1 januari 2007

  • Maatwerk bij sollicitatieplicht. Het CWI en het UWV maken met alle
    werklozen afspraken over het vinden van werk. Persoonlijke kansen en
    mogelijkheden staan daarbij centraal. Een re-integratiecoach doet de
    begeleiding.
  • Na drie maanden werkloosheid vindt een poortwachtertoets plaats,
    waarbij de pogingen om werk te vinden van de werkloze worden
    beoordeeld. Zijn de afspraken niet nagekomen, dan kan het UWV besluiten
    de uitkering te korten.
  • Mantelzorgforfait: Het kalenderjaar waarin mantelzorgers tijd kwijt
    zijn aan zorg voor een ziek familielid of kennis telt voor de helft mee
    voor het arbeidsverleden. Het gaat hierbij om zorg die betaald wordt
    uit het persoonsgebonden budget in het kader van de AWBZ en ZVW.

Per 1 mei 2007

  • Bij kortdurende ziekte (minder dan 13 weken) wordt de WW-uitkering voortgezet.

Voor mensen die nu een WW-uitkering hebben, verandert er niets in de hoogte of de duur van hun WW-uitkering.

Mocht een WW-gerechtigde werk vinden voordat de termijn van zijn
WW-uitkering verstreken is, dan blijven de oude rechten gedurende vijf
jaar gehandhaafd. Uitgangspunt is dat het aan het werk gaan geen
nadelige gevolgen heeft voor de werknemer.

 

Let op: Per 1 januari 2009 is het CWI onderdeel geworden van het UWV. Door het samenvoegen van het CWI en de re-integratieactiviteiten van het UWV is het UWV WERKbedrijf ontstaan.

[bron:minszw tekst]